skip to Main Content

3 belangrijke aandachtspunten bij de PBL startanalyse

De startanalyse voor aardgasvrije buurten van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is ontwikkeld als een transparant en openbaar instrument. De startanalyse wordt dan ook veelgebruikt door gemeenten die bezig zijn met de warmtetransitie. Niek Brinkhof, adviseur van De Warmtetransitie Makers en ontwikkelaar bij het NIWT, vertelt waar je op moet letten om de startanalyse goed in te zetten en noemt de drie grootste aandachtspunten bij het interpreteren van de data.

Beperkingen

De PBL-startanalyse is een handzaam model om mee te starten, of om als controlestap te gebruiken: je krijgt snel een overzicht van oplossingsrichtingen. Omdat het een landelijk model is, is het ook mogelijk om het beeld voor verschillende gemeenten met elkaar te vergelijken. “Je moet echter geen definitieve conclusies trekken uit de analyse, of er je keuze volledig op baseren”, waarschuwt Brinkhof. Wat zijn de grootste beperkingen van de startanalyse?

Momentopname

Allereerst wijst Brinkhof aan: “De informatie in de startanalyse is een momentopname van openbare data. De gegevens zijn daarom niet altijd actueel meer. En vanwege het gebruik van openbare data is de analyse niet altijd accuraat of voldoende specifiek voor de lokale situatie.”

CBS-indeling van buurten

Een tweede issue heeft ermee te maken dat de startanalyse uitgaat van de CBS-indeling van buurten. “In de Transitievisie Warmte zijn de wijken en kavels aangewezen die als eerste aardgasvrij worden. Deze indeling komt niet altijd – of eigenlijk: meestal niet – overeen met de CBS-buurten. Er kunnen bijvoorbeeld in één buurt veel verschillende soorten bebouwing zijn, waardoor er verschillende oplossingen nodig kunnen zijn. “

Aannames

Verder waarschuwt Brinkhof voor een juiste interpretatie van de resultaten van de startanalyse. “Het is een vereenvoudigd model van een complexe werkelijkheid, met allerlei aannames en meerdere aandachtspunten. Daardoor bestaat het risico dat je tot de verkeerde conclusies komt. Dat risico is natuurlijk altijd aanwezig als je een model gebruikt, maar in de warmtetransitie is het extra relevant om erop te letten. De keuze voor een aardgasvrije oplossing heeft natuurlijk een enorme impact voor een lange periode.”

Verdiepen

“Er zit heel veel informatie achter het model. De oplossing met de laagste nationale kosten wordt gepresenteerd op de kaart, maar het is niet direct inzichtelijk wat de verschillen zijn met andere oplossingen. Als het beeld dat de startanalyse schetst niet overeenkomt met het beeld dat een gemeente zelf heeft – bijvoorbeeld op basis van een andere analyse – is het raadzaam om dieper in de data te duiken.”

De WarmteTransitieMakers gebruikt voor gebiedsanalyses naast de startanalyse ook een speciale Warmtetool. Daarin worden data van de gemeente gecombineerd met kerngetallen en met calculaties van de kosten en CO2-reductie van collectieve en individuele oplossingen, zoals warmtenetten en warmtepompen. Dan ontstaat een veel gedetailleerder beeld. Het Expertisecentrum Warmte deelt ook veel kennis, factsheets en handreikingen.

  

In de NIWT-opleiding “Professional in de warmtetransitie” leer je actuele kennis over het veelzijdige werkveld én ontwikkel je de vaardigheden om de beweging naar aardgasvrij wonen daadwerkelijk verder te brengen.

Back To Top