Hoe optimaliseer je de business case voor een warmtenet?
Wat zijn de oplossingen voor de onrendabele top en hoe gaan we om met het vollooprisico? Jan Willem Zwang, specialist ontwikkeling, financiering en exploitatie van duurzame energieprojecten en docent van het NIWT, deelt de need to knows.
Uit de praktijk horen we regelmatig een kritisch geluid over de financiering van een warmtenet: “de business case voor een duurzaam warmtenet is nooit sluitend te maken.” Jan Willem Zwang is het daar niet mee eens. “Het is soms mogelijk dat je de business case niet rond krijgt. Maar dat heeft dan vooral te maken met de gekozen techniek, de beschikbare bron, of de prognose van de vraag. In sommige gebieden is een collectieve oplossing niet financieel haalbaar, bijvoorbeeld omdat de warmtevraag niet groot genoeg is om de vereiste investeringen in de infrastructuren te rechtvaardigen. Maar in het gros van de gevallen zijn er allerlei knoppen waaraan je kunt draaien om de business case van een warmtenet te optimaliseren.”
Onrendabele top
De financiering van de onrendabele top is een thema waarover nogal een misverstanden zijn, ziet Zwang, die als oprichter en eigenaar van adviesbureau Stratergy is gespecialiseerd in de ontwikkeling, financiering en exploitatie van duurzame energieprojecten, zoals initiatieven voor aardgasvrije warmte-oplossingen. “De onrendabele top in een business case is alleen onrendabel op papier. Het rendement is in hoge mate afhankelijk van aannames die je doet, bijvoorbeeld over de toekomstige prijzen van gas en elektriciteit, over onvoorziene kosten, of over de rentelasten voor leningen.”
Neem niet elke aanname voor waar aan, adviseert Zwang professionals in de warmtetransitie. “Soms zeggen partijen: ik kan 60 procent van de investeringskosten financieren met een lening met 4 procent rente. Terwijl een andere partij misschien 80 procent kan financieren met een rente van 2 procent. In veel projecten zijn er ook verschillende mogelijkheden voor externe financiering. Denk aan een subsidie vanuit een gemeente of provincie, of een korting op de erfpacht.”
Een realistisch volloopschema
Naast de onrendabele top zien professionals in de warmtetransitie het vollooprisico als een van de grootste uitdagingen voor de business case voor een warmtenet. Zwang: “De planning van de uitrol van het aantal aansluitingen is heel belangrijk om de inkomstenkant van een warmtenet goed te regelen. De planning in de business case moet echt realistisch zijn. Als de business case uitgaat van een heel groot aantal nieuwe aansluitingen in een korte periode, maar de bouwplannen vertragen of veranderen, dan ligt de financiële positie van het warmteproject jarenlang onder vuur.”
De risico’s van het volloopschema zijn heel lastig af te dekken. Aardwarmte Den Haag stond lange tijd bekend als een voorbeeld van een project waarbij het vollooprisico flink was verminderd. Maar dat liep toch niet goed af. De afspraak in Den Haag was dat drie woningcorporaties de bijdrage in de aansluitkosten (BAK) van het totale aantal woningen volgens de geschatte planning zouden betalen, ook als het bouwschema in de praktijk zou wijzigen. Maar de bouwplannen en financiële posities van de corporaties veranderden, en vervolgens hebben ook de andere investeerders zich teruggetrokken. Daardoor is het initiatief uiteindelijk failliet gegaan.”
Wat zijn de kansrijke mogelijkheden om vollooprisico’s te minimaliseren? Zwang ziet drie opties. “Je kunt afspraken maken met projectontwikkelaars over de betaling van de BAK, zodat een vertraging in de uitvoering geen grote negatieve consequenties heeft voor de financiële positie van het warmteproject. Daarnaast kan je in de projectfinanciering scherp letten op de hoogte van de BAK. Kan je de BAK zo laag mogelijk houden, zodat je er niet al te afhankelijk van bent? Of kan je vroegtijdig eigen vermogen opbouwen, zodat je een buffer hebt om eventuele tegenslagen in de aansluitingen op te vangen? Tot slot is het bij grootschalige warmtenetten soms mogelijk om een initiatief op te knippen in een aantal kleine deelprojecten, zoals voor verschillende kavels, elk met een eigen business case.” De praktijk leert bijvoorbeeld dat kleine warmtebedrijven nu extra inkomsten genereren doordat de flexibiliteit van hun warmtebron, die elektrisch wordt gevoed, wordt ingezet om bij te dragen aan de balans op het landelijke elektriciteitsnet.
De werkelijkheid versus de business case
“Een goede business case is niet alleen een kwestie van rekenen: je hebt er ook een visie op de ontwikkeling van de energiemarkt voor nodig”, drukt Zwang professionals in de warmtetransitie op het hart. “Een business case is in feite een Excelsheet met een overzicht van de kosten, baten en risico’s van een project dat je daadwerkelijk wilt realiseren. Maar het is altijd een benadering van de complexe werkelijkheid waarin je opereert. Er zitten aannames in, bijvoorbeeld over schommelingen in de prijzen voor gas en elektriciteit, en de hoogte van onvoorziene kosten. Het is heel ingewikkeld om realistische inschattingen te maken – dat vereist echt een professionele visie en een onderbouwd perspectief. De waarde van een business case bewijst zich nu eenmaal pas in de praktijk.”
Tijdens de driedaagse cursus Ontwikkelen van Warmtenetten gaan deelnemers aan de slag met cases uit de praktijk. Wat komt er allemaal kijken bij een business case voor een warmtenet? Welke stappen moet je doorlopen met welke stakeholders?
Liever de diepte in over de financiële wereld van de warmtetransitie en het onderbouwen van complexe berekeningen? Kijk dan bij de tweedaagse cursus Financiering en business case in de warmtetransitie